Trofeeën

Het is donker en het ruikt er muf. We schuiven de zware gordijn opzij. Door de dof geworden ramen komt zonlicht binnen, licht dat uit een andere wereld, uit een andere tijd, lijkt te komen. Er is een toog, in het midden een dansvloer en in de hoek een biljard onder een bruine hoes. Het hoge podium mist het rechter zijgordijn. Er staat een tafel met een kleedje, een stapel stoelen en bank. Langs de wanden zien we vaandels met franje, wapens, gouden letters en jaartallen. In de hoge glazen wandkast staan ze, keurig in het gelid, de trofeeën, bekers en vaantjes. Als stille getuigen hebben ze de mensen zien gaan, de één na de ander. Van hun eer en trots weet niemand meer. Ze staan er schaamteloos te blinken.
Eens was alles hier muziek, zinderde het van dans en feest. We kijken elkaar aan en ik voel zijn hand al zachtjes op mijn rug. Instemmend zoekt mijn rechterhand zijn linker en leg ik di van mijn op zijn schouder. De trofeeën achter me glimlachen als ik me achterover buig. Onze voeten maken sleepgeluidjes en we draaien rond en rond. Miljoenen stofjes dansen in het zonlicht.

Vorige
Vorige

Kaarslicht

Volgende
Volgende

Stilte