Nantes

Misschien is het de laatste zomerzondagavond. Mijn blik glijdt over het stadsplein dat zoemt en wemelt van jong zijn, van vrolijke verwachting, van toekomst, van spanning, hartelijk weerzien en blijft dan bij twee jongens aan de rand van het aangrenzende terras.

Ze lijken er geen deel van uit te maken, van het leven, voeren hun gesprek, rustig,  ingetogen, ernstig ook, dan weer zich buigend naar de ander, soms met een enkel gebaar, een knik, een korte vraag, lijkt het. Ze gaan op in elkaars verhaal, in elkaars aanwezigheid. Er is in hun houding een zachte interesse voor de ander. Iets in hun jonge breekbaarheid vangt telkens mijn blik.

Hier en daar dooft een licht. Langzaam verdwijnen mensen in straten en stegen, lachend en elkaar groetend. Ik sta op en verlaat het plein. Nog even kijk ik om. Ook zij staan nu op, leggen geld op het tafeltje. Twee gebogen gestaltes verdwijnen in de nacht.

De stad is weer wie ze is en wat zij was: stad van bewoners en studenten. Voor mij is het tijd om te gaan.

Vorige
Vorige

Schoonmaak

Volgende
Volgende

De Jas